Sinds de Olympische Spelen is het stil geworden rond Jean-François De Sart. De coach van de Belgische beloften zwaait in juni af bij de bond en weet niet wat de toekomst zal brengen.
Eind juni 2009 loopt het contract van Jean-François De Sart als coach van de Belgische beloften af. “Wat volgt, weet ik nog niet”, geeft hij zelf toe in Het Nieuwsblad. “Het ligt niet in mijn handen. In mijn bank (De Sart is bankdirecteur, nvdr.) kan ik zes maanden vooruit plannen. In het voetbal niet. Alles zal afhangen van de aanbieding die ik krijg.”
Over één ding kan De Sart duidelijkheid scheppen: “Ik zal sowieso mijn kantoor niet opdoeken. Oplossingen zijn er altijd. Ik speelde zelf jaren bij Anderlecht en toen nam mijn vrouw het twee avonden per week van mij over”, aldus de beloftecoach.
De Sart toont zich een trotse trainer als hij het heeft over 2008. “Peking was een positieve ervaring. Ik heb alleen maar lovende commentaren gekregen. Uit alle hoeken. Peking heeft het imago van het Belgische voetbal opgekrikt.”
De Sart noemt de Olympische Spelen zelfs een keerpunt voor ons voetbal. “Er is het Belgische voetbal vóór en na de Spelen. Dan is het toch normaal dat je als coach wil doorgaan? Ook al weet ik dat het bij een club anders is dan bij de nationale ploeg.”
De toekomst van ons voetbal ziet er volgens De Sart positief uit, al plaatst hij daar wel een kanttekening bij. “Talent is hier genoeg. Alleen mankeert er iets aan de omkadering. Is het normaal dat een reserve bij Anderlecht meer verdient dan een bediende?”