Bram Verbist staat vanavond voor het eerst als tegenstander van Germinal Beerschot op Het Kiel. Vorig seizoen moest de doelman van Cercle Brugge de wedstrijd op de bank volgen, nadat hij een training miste. Dit jaar heeft hij zijn lesje geleerd.
Verbist duikt gretig in de modder rond het Jan Breydelstadion. ‘Komaan Proto’, roept trainer Glen De Boeck. De 24-jarige Antwerpenaar glundert. Hij is zaterdagavond in het Olympisch Stadion, behoudens ongelukken, zeker van zijn plaatsje in doel. Voor de eerste keer in zijn carrière als tegenstander van zijn Germinal Beerschot. Een première die hij vorig jaar aan zijn neus zag voorbij gaan, nadat hij te laat op training arriveerde.
“Ik heb een fout gemaakt en heb daaruit mijn lessen getrokken”, zegt Verbist. “Vroeger was ik slordig in zo’n zaken, maar nu kijk ik altijd even op het blad om zoiets te voorkomen en ben nu altijd mooi op tijd. Ik rij ook samen met Dennis Viane en Anthony Portier naar de club. Zij helpen mij wel om het niet te vergeten.”
Net als zijn Antwerpse accent kan de guitige doelman ook zijn liefde voor Germinal Beerschot niet verbergen. “Het is een wedstrijd waar ik al lang naar uitkijk. De supporters hebben me al gevraagd om er één binnen te laten. Ze mogen het mij niet kwalijk nemen, maar ik ga mijn uiterste best doen om toch de nul te houden.”
Hoe heb je de moeilijke periode van Germinal Beerschot beleefd?
“Dat heeft mij pijn aan het hart gedaan. Ik heb het vroeger ook meegemaakt. Vroeg of laat moest het er wel eens uitkomen. Als je het talent ziet dat er rondloopt, dan mogen ze niet staan waar ze nu staan. De laatste weken zijn ze goed op dreef. Het belooft een mooie wedstrijd te worden.”
Toch. De ster van Cercle staat misschien nog hoog, maar met 2 op 9 schittert ze wel iets minder.
“Nee, dat vind ik niet. We staan nog altijd goed en hebben de voorbije wedstrijden bijna volledig gedomineerd. Alleen het geluk bij de afwerking ontbreekt een beetje. Veel mensen dachten dat we vorig seizoen nooit konden herhalen, maar we staan nog altijd zesde en spelen de kwartfinale van de Beker van België. Sommigen verwachten misschien teveel van ons, maar Cercle schittert niet minder. We brengen nog altijd goed voetbal.”
JANNEKE EN PIRREKE MET TALENT
Hoe belangrijk is de beker voor jullie?
“Het is een mooie kans om een prijs te pakken en met 1-0 hebben we een goede uitgangspositie, maar we mogen Roeselare niet onderschatten. Zij hebben veel nieuwe spelers met goede kwaliteiten.”
Cercle groeit in de breedte, maar is de concurrentie in doel voldoende?
“Zeker. Jo (Coppens) en Patrick (Lane) zijn heel talentvolle jongens en op talent staat geen leeftijd. Het zijn wel degelijk concurrenten en als je in de ploeg hoort, dan moet je er instaan. Dan mag je Janneke of Pirreke heten of 18 of 36 jaar zijn. Er mag geen leeftijd bij komen kijken.”
Je zit nu anderhalf jaar bij Cercle. Voel je je hier thuis als Antwerpenaar in West-Vlaanderen?
“Dat is wat aanpassen voor ons want een West-Vlaming moet eigenlijk niet veel van een Antwerpenaar hebben. Maar als je niet te hoog van de toren blaast, wat voor niets nodig is, en met goede bedoelingen naar hier komt, dan wordt je wel geaccepteerd. (lacht) Al duurt het wel langer dan bij een Limburger of een Oost-Vlaming.”
BREM FROM KAZACHSTAN
En vormt er zich geen taalbarrière?
“De eerste maanden verstond ik er echt geen knijt van. Het is bij momenten gewoon als een andere taal leren. Zij doen gewoon hun ding. Als er een woord is dat je niet verstaat, dan leggen ze dat uit. Nu krijg ik zelfs iedere dag ‘een woordje van de dag’.”
Zoals?
“Ne kobbejager bijvoorbeeld. Bij ons noemen ze dat ne plumeau. Om het stof af te doen. Of a ten beke goat. Hoe is het? Maar zelf gebruik ik geen West-Vlaamse woordjes. Ik blijf mezelf. Bij de bakker of de beenhouwer kijken ze wel eens raar. Ene van Antwerpen? Maar na een tijdje weten ze ook wel wie je bent.”
En hoe is het met Brem uit Kazachstan?
“(Lacht) Is dat ook al tot aan uw oren gekomen? Af en toe haal ik wel iets grappigs uit. Elke woensdagnamiddag hebben de buitenlandse jongens Nederlandse les. Ik ben eens mee geweest en heb me voorgedaan als testspeler Brem uit Kazachstan. Samen met de andere spelers moest ik meubelen uit de Ikea uitspreken. Ta-fèl, Ssssstoel, … Iedereen ging neer van het lachen. Ik heb zelfs huiswerk meegekregen, maar de tweede les hadden ze de leraar op de hoogte gebracht.”
PAARS-WITTE DROOM
Even serieus terug. Je verweet je zelf vorig jaar teveel concentratieverlies. Is dat al verbeterd?
“Dat is nu beter onder controle. Ik werk samen met een mental coach en dat heeft mij heel hard geholpen. Ze hebben een profiel van mij gemaakt en tips gegeven om mijn concentratie te behouden. Als je denkt dat je op Anderlecht gaat verliezen, moet je je denkpatroon proberen te veranderen. Als je even dreigt weg te glijden, moet je jezelf terug oppeppen. Kim Clijsters gebruikte bijvoorbeeld het woordje c’mon om terug bij de les te zijn. Dat helpt mij enorm.”
Je wil ooit terug naar Germinal Beerschot. Het toeval wil dat zij volgende zomer misschien een nieuwe doelman zoeken.
“Het is een droom om ooit terug voor Germinal Beerschot te spelen. Ik heb er een verleden. Maar op dit moment voel ik me heel goed bij Cercle. Ik heb nog drie jaar contract hier en ga ervan uit dat ik dat gewoon uit doe. Al de rest is speculatie. Ons bomma zei altijd: ‘Als ons kat een koe is, kunt ge ze melken.’ We zien dus wel. Ze zullen trouwens eerst met hier boven (het bestuur van Cercle, nvdr.) moeten praten.”
In Antwerpen wordt er veel over een fusie gepraat. Speel eens advocaat van de duivel.
“Op dit moment heeft Germinal Beerschot er niets aan om met Antwerp te fusioneren. Daar heb je niet veel winst aan. Ik zie hen heel moeilijk terugkomen naar eerste klasse. Een fusie is dus niet aan de orde. Er moet wel een nieuw stadion komen. De mensen in Antwerpen hebben daar recht op.”
Antwerpen is ook bezig met de uitbouw van een multisportclub, met Germinal Beerschot.
“Een mooi initiatief. Als Antwerpenaar vind ik dat Antwerpen topsport verdient. Het staat nog in zijn beginschoenen, maar op termijn is dat zeker positief. Ik zie graag ploegen van bij ons schitteren. Dat is dat Antwerpse gevoel. Maar liefst niet morgen (lacht).”
Laatste vraagje. Wat mag er van Antwerpen naar West-Vlaanderen en omgekeerd?
“De kathedraal van Antwerpen mag naar hier komen. Als ik die zie staan, dan voel ik mij thuis. In de andere richting kies ik voor de velden en de natuur. De rust.” (AN)