Interview Frederic Frans, van bankzitter tot kapitein
Foto: © SC
Het kan snel keren in het voetbal. Het is een huizenhoog cliché, maar Lierse-verdediger Fréderic Frans kan het bevestigen. Een maand geleden kwijnde de 21-jarige Brabander nog weg op de bank, tegen Anderlecht kreeg hij prompt de aanvoerdersband cadeau.
Een leuke voetbalzomer heeft Fréderic Frans niet bepaald achter de rug. De verdediger werkte zich de ziel uit het lijf, maar daarmee kon hij toenmalig coach Aimé Anthuenis niet imponeren. Frans belandde keer op keer op de bank.
Dieptepunt
Een dieptepunt beleefde de Haachtenaar tijdens de voorbereidng op het veld van tweedeklasser KSK Heist. “Na de rust kregen alle bankzitters hun kans. Alleen ik niet. Ik bleef aan de bank gekluisterd”, haalt Frans de nare herinneringen op. Anthuenis zette Gunter Thiebaut centraal in de verdediging en vroeg een dag later in de kranten om defensieve versterking. “Een heel pijnlijk moment. Toen ik uitleg ging vragen, vertelde hij dat hij dat niet zo had gezegd.”
"Het was oneerlijk. Wat moest ik doen om in de ploeg te geraken? Ik heb er even aan gedacht om de club te verlaten."
Mentaal was het een zware periode voor Frans. “Soms dacht ik dat ik een kans zou krijgen. Je voelt dat je beter bent op training, maar hij bleef zo schuiven dat ik niet in de ploeg kwam. Het was gewoon oneerlijk. Wat moest ik dan doen om toch in de ploeg te geraken? Ik heb er ook even aan gedacht om de club te verlaten, maar nooit met de volle honderd procent. Daarvoor ben ik hier te graag.”
“In het begin nam ik die problemen mee naar huis, maar mijn vriendin en familie hebben me erbovenop geholpen. Deze periode is uiteindelijk een goede les geweest in mijn carrière. Op jonge leeftijd heb ik al veel wedstrijden gespeeld, maar ik had nog nooit op de bank gezeten. Ik ben blijven vechten en pluk daar nu de vruchten van.”
Andere voetballer
Sinds de aanstelling van Eric Van Meir bloeit de wereld van Frans terug volledig open. Met amper twee trainingen in zijn benen werd hij tegen Anderlecht in de basis gedropt, met de aanvoerdersband rond de bovenarm.
“Anthuenis heeft eigenlijk nog heel veel krediet gekregen. De club bleef verliezen en hij mocht aanblijven. Na iedere nederlaag hoopte ik dat het consequenties voor hem zou hebben. Na Westerlo was de opluchting dan ook heel groot. Toen ik het nieuws ’s avonds vernam, wilde ik meteen terug vollen bak gaan trainen.”
“Het klikt goed met Kurt. We hebben niet veel woorden nodig. En ik kan nog veel van hem opsteken.”
“Die aanvoerdersband tegen Anderlecht was niet zo’n grote verrassing. Toen Jurgen er vorig jaar niet bij was, was ik ook al kapitein. Maar het gaf me wel terug een boost van vertrouwen. Er stond meteen een andere voetballer op het veld.”
Het goede gevoel mondt ook uit in goede resultaten op het veld. Tegen Charleroi hield de geel-zwarte defensie voor de eerste keer de nul. “Tegen Anderlecht hadden we al getoond dat er een goede organisatie staat, maar die nul was toch een grote opluchting. Er was al heel het seizoen kritiek op onze verdediging.”
“Het klikt ook goed met Kurt (Van Dooren, nvdr.). De communicatie verloopt heel goed. We hebben maar een klein woordje nodig om elkaar te verstaan. Voor mij is het ook leuk om naast een meer ervaren speler te staan. Vroeger was ik altijd één van de meest ervaren spelers, terwijl ik als 21-jarige speler nog heel veel te leren heb. Nu kan ik veel opsteken van Kurt.”
Rustig groeien
Frans heeft bij Lierse nog een contract tot het einde van het seizoen. “De club heeft aangegeven om het contract te verlengen. Mijn hart ligt ook in Lier en voor mijn ontwikkeling zou het goed zijn dat ik nog even blijf. Hier krijg ik de kans om te spelen en kan ik op een rustige manier groeien en meer maturiteit kweken.”
“Ik ben trots dat ik een Lierse-product ben, maar ze zouden de jeugd toch meer mogen beschermen.”
“Maar een vrije speler van 21 jaar ligt natuurlijk goed in de markt. Ik zie het ook niet zitten om terug in tweede klasse te gaan voetballen. Misschien moet ik nog even afwachten of een clausule in mijn contract laten zetten. In de toekomst zou ik graag eens in het buitenland spelen. Zowel voor het voetbal als voor de levenservaring. Engeland en Duitsland, dat moet mij wel liggen.“
Jeugd
In de jaren negentig werd Lierse geroemd om zijn uitstekende jeugdwerking. Dat resulteerde in een vierde landskroon in 1997. Dertien jaar later is Frans de enige jongere van eigen kweek die zijn kans krijgt tussen de krijtlijnen. Timothy Dreesen, het andere geel zwarte jeugdproduct, is op overschot op het Lisp.
“Het geeft mij wel enige trots dat ik hier kan doorbreken”, klopt de Belgische jeugdinternational zich op de borst. “Het zou leuk zijn als er nog enkele spelers mijn voorbeeld volgen, maar de meeste transfers zijn buitenlanders. Een spijtige zaak, want dat blokkeert de weg voor de jeugd. Het zou niet slecht zijn als er nog extra richtlijnen komen om de jeugd meer kansen te geven. We moeten onze eigen spelers meer beschermen.”
Schrijf je nu in voor de Voetbalkrant nieuwsbrief