Interview Foley: "Gesprekken met een Ierse club"

Dominic Foley keert met veel plezier even terug naar Gent voor een interview. Onze redactie had in een Irish Pub een diepgaand gesprek met de aanvaller.

Laten we meteen met de deur in huis vallen. Hoe ziet jouw toekomst er bij Cercle Brugge nog uit?

“In juni loopt mijn contract af. Ik heb het gevoel dat ik zeker nog een jaar kan voetballen, maar het zal niet meer bij Cercle Brugge zijn, dat is zeker. Toch heb ik nog iedere dag zin om te trainen en te spelen.”

Vorige week zat je niet in de wedstrijdselectie tegen Sint-Truiden, was je verrast?

“Toch wel een beetje, want tijdens de twee voorgaande wedstrijden kreeg ik zelfs nog speelminuten (Foley was 2,5 maanden geblesseerd, nvdr.). Ik weet niet wat ik fout heb gedaan."

"Misschien word ik opnieuw opgenomen bij de selectie voor de match tegen KV Mechelen, want er zijn enkele jongens buiten strijd met blessures. Ik weet niet wanneer ik nog zal spelen, maar ik ben een prof en ik ben steeds beschikbaar wanneer trainer Bob Peeters me nodig heeft.”

In juli blaas je 36 kaarsjes uit, hoe zie je jouw verdere loopbaan nog?

“Ik zou graag een trainerscursus volgen, maar ik wil ook nog even voetballen. Wat Sergiy Serebrennikov doet bij tweedeklasser Roeselare, vind ik fantastisch. Speler-trainer zijn is ook nog iets voor mij.”

Deze week had je gesprekken met een Ierse club?

“Ja, er is een Ierse club geïnteresseerd in mij. Ze bieden me een contract van een jaar aan plus een jaar optie. Het zou interessant zijn voor mij, want dan kan ik in Ierland de trainerscursus combineren met voetbal.”

“De gesprekken zijn nog niet volledig afgerond, maar het lijkt er meer op dat de deal niet zal doorgaan. Het is een klein team dat nog volop aan het groeien is met een klein budget. Op dit moment blijf ik me focussen op Cercle Brugge, want je weet nooit wanneer je nog speelkansen krijgt en misschien volgen andere clubs me ook nog.”

Heb je geen spijt dat je zeven jaar geleden voor België hebt gekozen?

“Absoluut niet! Naar België komen is het beste wat ik kon doen. Ik ben heel erg gelukkig sinds ik hier ben. Ik hou van de Belgische steden. Mijn keuze voor Gent was zeer logisch.”

“Ik heb onder meer een jaar in Portugal gespeeld en het was daar moeilijk voor mij en mijn vrouw om ons aan te passen. In Gent spreekt iedereen Engels en dat was veel makkelijker om ons aan te passen in een vreemd land.”

“Ondertussen begrijp ik ook al aardig wat Nederlands, maar dat heb ik pas geleerd bij Cercle Brugge. Bij AA Gent zijn er heel veel spelers met verschillende nationaliteiten, daar wordt iedere dag Engels gesproken.”

Bij AA Gent heb je drie trainers zien passeren: Georges Leekens, Trond Sollied en Michel Preud’homme. Kan je hen vergelijken?

“Georges vindt groepssfeer heel belangrijk en hij wil dat iedereen zich gelukkig voelt. Ik heb zeker vertrouwen in hem als bondscoach van de Rode Duivels. Onder Trond heb ik met AA Gent het beste resultaat neergezet: de zesde plaats en de bekerfinale tegen Anderlecht.”

“Michel wilde taallessen invoeren, maar dat was een slecht idee. Eén uur in de week Nederlands, niet veel jongens hadden daar zin in en zaten alleen maar plezier te maken tijdens dat uurtje. Het was tijdsverspilling. De trainingen van Michel waren wel het lastigst, dat maakt van hem ook zo’n succesvolle coach.”

Play-off 1 is nog mogelijk voor Cercle Brugge?

“Het is zeker nog mogelijk, maar ik vind niet dat iedereen nu al dolenthousiast moet worden. Je moet wedstrijd per wedstrijd bekijken. Maar het is wel al een goed seizoen geweest voor ons. Wie had voor de start van het seizoen verwacht dat Cercle misschien de top zes haalt?”

Wat is jouw mening over het play-off-systeem?

“Ik hou er niet van. Voor de eerste zes clubs is het interessant, want dan spelen ze enkel nog toppers en dat lokt veel supporters. Maar voor de rest is het niet boeiend. De fans en de spelers verliezen interesse. We moeten voor veel minder publiek spelen. Ik denk niet dat er ergens in de wereld een play-off-systeem is zoals die in België (lacht).”

“Ik heb het trouwens ook niet zo voor die late wedstrijden. Welke vader kan met zijn kind op zondagavond naar een match gaan kijken? Geef mij maar de middagmatchen.”