Eric Van Meir: "Als die persoon er nog was, dan zat ik hier niet"

Bram De Wit in Lier

“Dat begrijp ik. De laatste keer toen ik aan de deur werd gezet, had ik het er heel moeilijk mee. Ik heb toen hard op mijn tong moeten bijten om geen dingen te zeggen waar ik later spijt van zou krijgen. Ik wou zeker geen bruggen opblazen, en kijk, nu zit ik hier”, aldus Van Meir.

“Clubliefde is een raar beestje, uiteindelijk had ik weinig overtuiging nodig. Ik heb gesproken met Younes (Zerdouk, de nieuwe T1 van Lierse, red.), die ik al kende van zijn werk bij de jeugdacademie, en ik hield hier een goed gevoel aan over. En het verleden is het verleden, dat is voorbij.”

Deugniet

Toch was er een belangrijke voorwaarde voor de terugkeer van de oud-international. “Ik was ook aanwezig op de persconferentie in het begin van vorig seizoen. Toen zat er nog een deugniet aan tafel. Ik zeg deugniet, maar ik had ook een andere term kunnen gebruiken.”

Daarmee verwijst Van Meir naar toenmalig sportief directeur Thomas Radzinski, die nu niet meer bij de club is. “Ik ben niet rancuneus, maar als die persoon er nog was, zat ik hier niet. Ik zie het als een soort eerherstel dat ik hier nu zit terwijl die persoon er niet meer is.”

Langs de middelgrote poort

Nu zal Van Meir samen met Zerdouk Lierse opnieuw naar de hoogste klasse proberen te brengen. “Ik geloof nog steeds in het project van Maged Samy, met de spelers van de jeugdacademie. Het is misschien geen terugkeer langs de grote poort, maar toch één langs een middelgrote poort (lacht).”

“We moeten teruggaan naar onze slogan, “passie en traditie”. Met ervaring en mentaliteit kom je al heel ver. Het deed pijn de club zien af te glijden, maar misschien is dit wel de kans voor een nieuwe start. Ik geloof er alvast in”, zo besluit het clubicoon van de geel-zwarte traditieclub.