Ivens verklaart waarom hij technisch directeur bij KV Mechelen wil worden: "Ik weet waar ik naartoe wil"

“Ik ben me al enige tijd aan het oriënteren wat ik na mijn carrière zou willen gaan doen", vertelt Jonas Ivens. "Voor mezelf heb ik al min of meer uitgestippeld waar ik naartoe wil."

"Wanneer er dan een mogelijkheid voorbij komt zoals deze, waar ik mezelf wel in zie passen, dan hoef ik niet te twijfelen. Soms moet je gewoon keuzes durven te maken in het leven."

Toch was de 31-jarige Ivens niet de enige die zich kandidaat (onder anderen Tom Van Imschoot stuurde zijn cv in, nvdr.) stelde. “Het zou me verwonderd hebben indien er geen andere kandidaten zouden geweest zijn voor deze functie. Dat schrikt me ook niet af."

"Ik probeer enkel aandacht te schenken aan de zaken waar ik invloed op heb. Daarom vind ik het belangrijk om mezelf te blijven ontwikkelen en mijn eigen weg te volgen. Als je iets teveel wil, komt het meestal niet. Dan kun je wel eens in een mentaal spinnenweb belanden.”

Ik wil sowieso in de voetbalwereld blijven

Momenteel is Ivens nog gewoon voetballer bij tweedeklasser Deinze en er komen zware weken aan op het einde van het seizoen. “We hebben inderdaad nog een zwaar programma voor de kiezen met wedstrijden tegen Union, Antwerp, Lommel en Cercle Brugge."

"Maar elk weekend zijn er wel verrassende uitslagen bij en de ploegen bovenin kunnen tegen elk team punten laten liggen. Dus alles is mogelijk, ook in de moeilijke wedstrijden. We moeten er gewoon vol voor gaan.”

Antwerp FC

“Als ik nu een ploeg als kandidaat nog voren moet schuiven om kampioen te spelen, dan zeg ik dat Antwerp het gaat halen. Maar het kan zo snel veranderen. WS Brussel vind ik ook een te duchten kandidaat, zeker nu ze met Aurelien Joachim een enorme kwaliteitsinjectie hebben aangetrokken in het aanvallend compartiment.”

Hoelang Ivens nog als voetballer door wil gaan, valt af te wachten. “Ik wil sowieso in de voetbalwereld blijven. Sinds januari ben ik daarom ook de versnelde trainerscursus voor (ex-)profs aan het volgen. En dan zien we wel wat de toekomst brengt.”