Topspits bij Anderlecht, maar het begon moeilijk: "Alle ballen over de sporthal, ik vreesde voor 120 miljoen in de bomen"
Foto: © photonews
Volg Voetbalkrant nu via WhatsApp!
In het begin van de jaren 2000 speelde Anderlecht misschien wel zijn beste campagne in de Champions League. Een groep met Manchester United, PSV en Dinamo Kiev werd overleefd. Met dank aan onder meer Jan Koller, al maakte hij bij aankomst in Anderlecht niet meteen een geweldige indruk.
Anderlecht zocht in die tijden onder Anthuenis naar een aanvaller. “Geen spits, geen midvoor, maar een centervoor. Er was een lijstje met namen. Oulare stond hoog, de Mpenza’s hadden ze alletwee naast gegrepen, …”, aldus Anthuenis in De Kleedkamer.
“En de vijfde man op de lijst was Koller”, pikte Verschueren gretig in. “Toen ben ik gaan onderhandelen met Roger Lambrecht en dat was niet makkelijk. 120 miljoen frank heeft hij mij toen gekost. En hij vroeg er nog vijf bij als we een prestatie leverden in de Champions League. Toen ik hem verkocht in Duitsland voor 550 miljoen, dacht hij dat ik hem had bedrogen.”
550 miljoen
Toch was het niet meteen top wat Koller liet zien. “In het begin was het een ramp. Ik heb op een bepaald moment aan de voorzitter gevraagd hoeveel hij kostte. Toen ze mij zeiden 120 miljoen, zei ik meteen dat het veel te veel was. Het was echt een ramp.”
“De eerste training dat we met hem afwerkten was vreselijk. Achter het veld waar we oefenden stond een grote sporthal. Na de training wilden we met Koller nog wat oefenen op afwerken, met Vercauteren onder meer die voorzetten moest geven.”
“Het was zonder keeper in doel, maar Jan blies alle ballen mijlenver over, zelfs over de sporthal. Toen we die oefeningen deden moest er iemand met een ladder komen en die zat meer op het dak van de sporthal dan wat anders. Ik zei tegen mijn vrouw dat die 120 miljoen in de bomen hing.”
Schrijf je nu in voor de Voetbalkrant nieuwsbrief