Interview Roberto Martinez na één jaar bij Rode Duivels: "Deze kern is niet definitief, de deur voor de nationale ploeg staat open"
Foto: © SC
Volg Voetbalkrant nu via Instagram!
Iets meer dan een jaar geleden werd Roberto Martinez (44) de nieuwe bondscoach van de Rode Duivels. Ondertussen is het eerste jaar onder de Spaanse oefenmeester achter de rug. Tijd voor een gesprek met Martinez, die uitgebreid de tijd nam om ons te woord te staan.
Dinsdagvoormiddag iets voor de klok van elf. Roberto Martinez komt samen met de persverantwoordelijke van de nationale ploeg naar de inkomhal van het 'glazen huis' van de Belgische Voetbalbond. Martinez begroet ons al vriendelijk, maar wordt eerst nog meegenomen voor een korte fotoshoot.
De fotograaf van dienst vraagt de bondscoach om plaats te nemen in de lift in de inkomhal. Een paar minuten later is de shoot achter de rug en gaat Martinez nog even naar boven met de lift, vooraleer hij bij ons aan tafel schuift. Symbolisch voor de weg naar de absolute top die onze Rode Duivels willen afleggen? Het zou zomaar kunnen. Samen met deze getalenteerde generatie wil Roberto Martinez immers voor het hoogst mogelijke gaan.
"Het is boeiender dan ik op voorhand dacht. Ik zou 24 uur per dag kunnen vullen met werk" - Roberto Martinez
Meneer Martinez, u bent nu iets meer dan een jaar bondscoach van de Rode Duivels. Valt het een beetje mee?
“Het is boeiender dan ik op voorhand dacht. Ik dacht dat bondscoach zijn minder intens zou zijn dan clubtrainer, maar dat is niet het geval. Als bondscoach heb je zoveel werk als je zelf wil. It never stops. (lacht) Je werkt dan wel minder vaak samen met je spelers, maar echt waar, je zou 24 uur per dag kunnen vullen met werk. Ik ben blij en het bevalt me.”
U woont ook heel wat wedstrijden bij.
“Ik kan heel veel spelers in actie zien. Ik heb in heel mijn leven nooit zoveel warming ups en cooling downs van spelers gezien als tijdens het voorbije jaar. (lacht) Ik let op alle details tijdens wedstrijden. Hoe reageert één van mijn jongens op het publiek, hoe viert hij na een doelpunt, hoe reageert hij bij een vervanging, … Ik leer op die manier het karakter van de jongens beter kennen.”
"Ik breng de spelers niet op de hoogte als ik een match van hen bijwoon"
Het is wellicht anders om als bondscoach naar een wedstrijd te kijken. Hoe kijkt u naar wedstrijden als er (potentiële) Rode Duivels in actie komen? Focust u dan enkel en alleen op de Belgen?
“Ja, tijdens zo’n matchen gaat mijn volledige aandacht naar de Belgische spelers. Het is een hele andere manier om naar een wedstrijd te kijken, dat is waar. Ik kijk dan specifiek naar of en hoe een bepaalde speler in de ploeg zou passen.”
“Vorig weekend ging ik naar Genk-Charleroi en de dag erna naar Tottenham-Chelsea. Bij die laatste wedstrijd maakte Michy Batshuayi een eigen doelpunt. Een vervelend moment voor hem, maar Toby (Alderweireld, nvdr.), Jan (Vertonghen, nvdr.) en Moussa (Dembele, nvdr.) waren wel aan het juichen. Ik kan je verzekeren dat dat lastige momenten zijn voor een bondscoach.” (lacht)
Brengt u de spelers op voorhand op de hoogte van uw komst?
“Neen. Dat doe ik bewust niet. Ik stel me op zo’n moment in de plaats van de clubcoach en besef dan dat ik als clubcoach ook niet graag zou hebben dat een bondscoach mijn speler in aanloop naar een wedstrijd vertelt dat hij in het stadion zal zitten. Het zorgt mogelijk voor extra druk bij de speler in kwestie en dat kan toch niet de bedoeling zijn.”
“Na afloop van een wedstrijd zoek ik de spelers wel af en toe eens op. Het moet ook een beetje het juiste moment zijn, en dat hangt ook af van het resultaat van de wedstrijd.”
"Die eerste match tegen Spanje? We waren niet klaar"
Laten we eens terugkeren naar uw allereerste wedstrijd met de Rode Duivels. In september van vorig jaar verloor uw ploeg met 0-2 van Spanje, allesbehalve een makkelijke wedstrijd…
“Eerlijk: we waren op dat moment niet klaar om het tegen zo’n sterke tegenstander op te nemen. Langs de andere kant vond ik die wedstrijd tegen Spanje erg interessant. Ik constateerde al vrij snel dat ik bij de Rode Duivels over een ploeg met hele goede spelers beschik. Alleen kan je niet van ieder land winnen, gewoon omdat je over spelers met individuele kwaliteiten beschikt. Je kan niet teren op een flits van de ene of de andere speler. Zo werkt het niet.”
“We zochten en vonden op basis van het spelersmateriaal een geschikt systeem. Dat was een belangrijke stap in onze ontwikkeling. Daarnaast moet je een bepaalde mentaliteit ontwikkelen om je doelen te bereiken.”
De 'Atlético-mentaliteit'
Een mentaliteit van het kaliber Atlético Madrid, dat kan deze ploeg wel gebruiken. Niet?
“Ja, misschien wel. Kijk, er gaapt een groot gat tussen a good team en a winning team. Voetbal is geen exacte wetenschap, dus je kan niet zeggen wat er precies nodig is om zo’n winnende ploeg te worden. Al ben ik er zeker van dat teamspirit, vechten voor elkaar en de juiste balans vinden binnen het elftal allemaal elementen op onze weg zijn.”
“In het moderne voetbal zijn er alvast voldoende voorbeelden van hoe het kan. Je haalde Atlético Madrid aan, maar Leicester City is een even mooi voorbeeld. Die ploeg won de Premier League, hé! Wij hebben al een kwalitatief sterke ploeg, maar moeten nu de juiste ingrediënten vinden om de echte toplanden het vuur aan de schenen te leggen en om ons met hen te meten.”
"Oefenen tegen toplanden? We houden al rekening met enkele scenario's"
Gaat u in aanloop naar het WK in Rusland dan oefenen tegen zo’n topland om te zien hoe ver uw ploeg precies staat?
“Eerst en vooral: ik focus me op de volgende vier WK-kwalificatiewedstrijden. Dat is op dit moment mijn enige bekommernis. We kunnen nog twaalf punten pakken en daar ben ik nu mee bezig.”
En áls u met België naar het WK gaat?
“Dan is het belangrijk dat we in onze voorbereiding op dat WK verschillende types van tegenstanders ontmoeten. Dat is volgens mij de beste voorbereiding. We houden al rekening met enkele scenario’s, maar allereerst nog die vier kwalificatiematchen. Ik kijk uit naar de wedstrijden tegen Bosnië en Griekenland. Die zullen ons vertellen hoe ver we op dat moment staan.”
Vissen in een vijver van 55 à 58 kandidaat-Rode Duivels
U lijkt ons iemand die vertrouwen heeft in een vaste kern van spelers. Ook al spelen sommige jongens niet vaak bij hun club, u laat hen niet vallen. Is het desondanks reëel dat uw huidige selectie er over iets minder dan één jaar erg anders uitziet?
“Ja, toch wel, hoor. De huidige ploeg kan in het komende jaar nog steeds veranderen, daar ben ik zeker van. Eerst en vooral werken we steevast met een kern van 24 of 25 spelers, waaronder vier doelmannen. En in totaal volg ik 55 à 58 spelers. Ik ben niet van plan om er minder te gaan volgen.”
“Akkoord: er zijn sommige spelers die, als ze fit zijn, erg belangrijk zijn voor de huidige groep. Maar van andere spelers hoop ik dan weer dat ze laten zien dat ze de Rode Duivels iets extra’s kunnen bijbrengen. Ik kan je verzekeren: de deur voor de nationale ploeg staat open.”
"Om in aanmerking te komen voor de Rode Duivels, is het geen must om in het buitenland te spelen"
En uw internationals hoeven niet per se in het buitenland te spelen?
“Dat is inderdaad geen must. Als je goed speelt in de Belgische competitie, hoef je geen transfer naar het buitenland te overwegen om in aanmerking te komen voor de Rode Duivels. Dat is iets wat ik ook wil bewijzen aan de hand van mijn selectie. Spelers als Foket, Tielemans en Dendoncker deden het goed in de Jupiler Pro League en speelden al een rol bij de nationale ploeg.”
Een nieuw nationaal stadion
Iets anders: een nieuw stadion voor de nationale ploeg blijft uit. Wat is uw mening over de situatie?
“Eerst en vooral wil ik benadrukken dat er geen drastische keuzes mogen gemaakt worden in dat dossier. En ik hoop uit de grond van mijn hart dat het gezond verstand uiteindelijk kan zegevieren. Zo’n belangrijke zaken nemen nu eenmaal veel tijd in beslag. Niet alleen in België, maar ook in andere landen. Dat is normaal.”
Maar u gelooft in een positieve afloop?
“Het is slechts een kwestie van tijd vooraleer er uiteindelijk een nieuw stadion wordt gebouwd waar iedereen blij mee zal zijn. Alles zal vroeg of laat wel in zijn plooi vallen. Het zal misschien niet snel of makkelijk zijn, maar volgens mij komt het wel in orde.”
Om af te ronden: in een interview gaf u eens aan dat, als u een Rode Duivel kon zijn, het Axel Witsel zou zijn. Denkt u er nog steeds zo over?
“Goh… Weet je, dat brengt me terug naar mijn positie als speler, hé. Ik speelde op dezelfde positie en daarom kies ik voor Witsel. Maar als ik mijn carrière mocht overdoen, dan zou ik kiezen voor de speler die voor de beslissende goals zorgt en vaak in het nieuws komt.” (lacht)
“Neen, serieus: Witsel… Dat is iemand met een ongelofelijk sterke persoonlijkheid. Het oogt allemaal zo makkelijk bij hem en hij houdt zijn emoties te allen tijde perfect onder controle. Hij werd kampioen in België, was succesvol in Rusland, speelde met België op grote toernooien en speelt nu in China. Het is straf om te zien: een jonge man, met zo'n uitzonderlijke menselijke kwaliteiten. Kortom: een speciale voetballer.”
Schrijf je nu in voor de Voetbalkrant nieuwsbrief