Analyse Vanhaezebrouck moet ook in eigen boezem kijken
Foto: © photonews
Hein Vanhaezebrouck haalde maandag scherp uit naar Anderlecht: het transferbeleid, Marc Coucke, het verval van paars-wit. Maar moet Vanhaezebrouck ook niet in eigen boezem kijken?
Vanhaezebrouck kreeg vooral het verwijt dat hij –bijna- altijd met drie achterin bleef spelen, hoewel zijn verdedigers daar niet klaar voor waren. Had Vanhaezebrouck meer tactische flexibiliteit aan de dag moeten leggen? Of kreeg hij vorige zomer niet de spelers die hij wou voor zijn systeem?
Seizoensbegin
Door alle problemen die Anderlecht kende om play-off 1 te halen, zou je haast vergeten dat de seizoenstart van Anderlecht wél goed was.
Paars-wit begon met twaalf op twaalf aan de competitie en had na twee wedstrijden al negen keer gescoord.
Alexis Saelemaekers is al een hele tijd geen basisspeler meer onder Fred Rutten en van Elias Cobbaut is zelfs helemaal geen sprake meer. Nochtans waren beide youngsters van op de flanken erg belangrijk in het begin van het seizoen. Hein koos toen voor een 3-4-1-2.
Anderlecht scoorde in die eerste twee wedstrijden vier keer volgens hetzelfde patroon. Met Saelemaekers hoog op rechts en Gerkens die naar die kant uitzakte om daar een overwicht te creëren. Nadien werd de bal voor doel gegooid waar het spitsenduo Santini (1m90) – Dimata (1m85) en de mee opgerukte Cobbaut (1m88) stonden te wachten om de bal binnen te koppen.
De superlatieven vlogen Vanhaezebrouck om de oren. Anderlecht werd een anaconda genoemd die elke tegenstander versmachte.
Terugval
Na de twaalf op twaalf volgde vier op vijftien. Cobbaut was al een tijdje out, Saelemaekers lang niet meer zo efficiënt als de eerste weken van het seizoen.
Toch bleef Hein met drie achterin spelen en kwam er weinig tactische variatie. Op speeldag vijftien veranderde hij wél. Plots speelde Anderlecht 4-4-2 met een ruit op het middenveld. Paars-wit won met 2-0 dankzij twee pareltjes van Sven Kums.
In de vier volgende wedstrijden koos hij opnieuw voor drie verdedigers. Anderlecht kwam niet verder dan twee op twaalf en Vanhaezebrouck werd ontslagen.
Wintertransfers?
Vanhaezebrouck had zichzelf heel veel kritiek kunnen besparen door over te schakelen op een klassieke 4-3-3. Waarom deed hij dat dan niet? Bleef hij trouw aan zijn voetbalfilosofie en dacht hij dat de motor vroeg of laat terug op gang ging komen? Of was het uit koppigheid omdat hij in de zomer niet de spelers kreeg waar hij om gevraagd had en hij dacht dat die in januari dan wél zouden komen?
Zeker is dat zijn volgende opdracht als trainer cruciaal wordt voor zijn toekomst en de perceptie. Gooit hij hoge ogen bij pakweg een Franse subtopper, zal iedereen zich vooral de steengoede campagne met AA Gent herinneren. Faalt hij, wordt hij die koppige coach die zijn ‘five seconds of fame’ beleefde op het kampioenenbal.
Schrijf je nu in voor de Voetbalkrant nieuwsbrief