Aston Villa was de enige overgebleven ploeg in de Premier League die nog niet verloren had. Tegen Fulham gingen de troepen van Martin O'Neill voor de drie punten. Al bleef het wel oppassen, want Fulham -met Radzinski in de ploeg- deed het tot nog toe toch wel aardig voor zijn doen.

In het openingskwartier ontstonden er verschillende fases waarbij het net niet was voor Villa. Rosenior beging al snel duidelijk handspel in de zestien, maar scheidsrechter Foy liet begaan. Ridgewell miste op een gevaarlijke vrije trap van Petrov. Angel kon net niet bij een lage voorzet van Agbonlahor. Dan achtte Fulham zijn moment gekomen. Knight kopte een hoekschop van Jensen naar de grond en zo ging de bal over. McBride bracht de bal voor doel, maar Volz en Jensen konden er niet bij. In de 24ste minuut kreeg Aston Villa dan toch een strafschop. Al was het wel een erg lichte. Rosenior viel ditmaal weinig te verwijten, maar toch werd zijn vermeende fout bestraft met een penalty. Barry bracht Villa op voorsprong. Net na het halfuur leverde Quedrue een voorzet af en McBride kon op doel schieten. Gelukkig voor Villa kon Sorensen afweren. Aston Villa leek na het strafschopdoelpunt op rozen te zitten, maar de thuisploeg liet zich in slaap wiegen. Radzinski zette voor en aan de tweede paal trapte Volz binnen: 1-1.

In de tweede helft kon Aston Villa nooit echt druk zetten. Het tempo was veel te laag om de verdediging van Fulham te verontrusten. Niemi maakte een schot van Angel onschadelijk. Fulham kwam er nog een keer uit met Radzinski die zijn schot gepakt zag door Sorensen. Aston Villa kon Fulham niet uit verband spelen en moest zich neerleggen bij het terechte gelijkspel.