Anderlecht speelde thuis gelijk tegen Charleroi
Anderlecht heeft zijn zesde brilscore van het seizoen laten noteren. Met een piepjong elftal deden ze het wel niet slecht, maar scoren zat er niet in. Daarvoor moet je iets efficiënter met de snelheid vooraan omspringen.
Sandler, Kompany en Chadli geblesseerd. We vragen ons soms af hoe die gesprekken tussen Kompany en Vercauteren verlopen. "Zeg, zouden we Trebel niet zetten om toch iemand met wat leidersschap op het veld te hebben?" "Bwa nee, laten we het proberen met de jeugd..." En dan krijg je dus een elftal van gemiddeld net geen 21 jaar oud. De jongste ploeg die sinds mensenheugenis op het veld van het Astridpark stapte.
Goeie defensie
Anderlecht stond solide achteraan, dat was al iets. Kana en Cobbaut blijken een betrouwbaar centraal duo. Charleroi kon wel een paar keer dreigen via Rezaei en Fall, maar dat was niet echt om over naar huis te schrijven. Een klinische eerste helft dus, met veel gebikkel en weinig doelkansen.
Het ergste is: beide ploegen konden niet beter. Charleroi doet het altijd op karakter en rekenend op een foutje van de tegenstander. Anderlecht miste te veel kwaliteit om echt door te kunnen drukken. Soms eens Doku die zijn tegenstander tot een parkeerpaaltje herleidde, maar voor de rest... het grote niets.
Weegschaal
Charleroi had één groot voordeel: qua fysieke kracht konden ze hun tegenstander makkelijk overbluffen. De lichtgewichten van paars-wit vlogen bij wijlen alle kanten op. Daarom bleef Edo Kayembe dus staan. Die kon de strijd aangaan met Ilaimaharitra op het middenveld. Lokonga moest zich zo enkel met Morioka bezighouden, een iets gelijkere strijd.
Maar zo ontstond er dus een evenwicht dat moeilijk doorbroken kon worden. Als een weegschaal die op naald balanceert. Wie kon er met dat extra beetje de balans doen overslaan? Roofe had de beste kans, maar Penneteau trok aan het langste eind.