Interview Boussoufa over El Ghanassy: "Potentieel maar nog geen efficëntie"

Een paar jaar geleden stak Mbark Boussoufa bij AA Gent voor het eerst de neus aan het venster. De kleine Marokkaan verbaasde iedereen met zijn snelle bewegingen en uitstekende traptechniek. Zo rolde hij begin 2006 in z’n eentje Club Brugge op. Blauw-zwart ging met 4-1 voor de bijl en een dag later kreeg Jan Ceulemans zijn C4 in het Jan Breydelstadion. 

In de persoon van El Ghanassy hebben de Buffalo’s een nieuwe Marokkaanse balgoochelaar in hun rangen rondlopen. Ook hij laat in het Ottenstadion monden openvallen van verbazing, alleen kan hij dat (nog) niet koppelen aan de efficiëntie die de prins van het Astridpark wel in huis heeft. El Ghanassy kon in de competitie nog niet scoren en heeft bij assists drie streepjes achter zijn naam.

“Hij is een groot talent met veel potentieel”, zegt voetbalvriend Boussoufa. Beiden hebben elkaar leren kennen via Nourdine Boussoufa, neef van Mbark, die samen met El Ghanassy bij La Louvière speelde.

“Maar hij moet nog meer efficiëntie aan zijn spel toevoegen. Dat is iets wat hij nog moet leren met de jaren. Ik heb dat op vroege leeftijd al geleerd. Dat is het voordeel van de Ajax-opleiding. Als je daar een actie doet, dan moet het efficiënt zijn.”

El Ghanassy’s vader was international. Hij heeft de voetbalmicrobe dus met de genen meegekregen. Hoe zit het bij jou?

Boussoufa: “Mijn vader heeft nauwelijks gevoetbald en mijn moeder ook al niet. Maar ik was al heel vroeg verliefd op de bal en ben dat altijd gebleven. Op de pleintjes in Amsterdam speelden we regelmatig voor geld, soms organiseerden we zelfs tornooien. Je kan je dan als ploeg inschrijven. Wie wint krijgt de hoofdprijs. Of op woensdagmiddag organiseerde de begeleider op school tornooitjes in de speeltuin. Dat was altijd heel leuk. De eerste kreeg dan een taart of cake, de tweede een ijsje en de derde een pannenkoek.”

Jij koos voor de Marokkaanse nationale ploeg, hij voor de Rode Duivels. Heb je er met hem over gepraat?

Boussoufa “Daarin laat ik iedereen zijn eigen keuze. Ik wil niemand beïnvloeden. Ieder moet zelf die beslissing voor zich nemen en die keuze respecteer ik. Het is jammer voor Marokko, maar een goede zaak voor het Belgische voetbal.”

Een mogelijke reden: hij voelt zich wel een ‘vreemdeling’ als hij terugkeert naar Marokko.

Boussoufa: “Vreemdeling, dat is een groot woord. Het klopt dat je in Marokko iets anders wordt bekeken, want je bent toch een beetje een ‘buitenlander’. Je komt er immers op vakantie en je woont er niet. Maar het is zeker niet dat ze hem als vreemdeling beschouwen. Hij heeft Marokkaanse roots en heeft er ook nog familie wonen.”

El Ghanassy kan veel met een bal. Meer dan Boussoufa wordt wel eens gezegd. Klopt dat?

Boussoufa: “(lacht) Dat is aan andere mensen om daarover te oordelen. Wij proberen beiden gewoon ons te tonen op het veld.”

Jullie spelen ook veel op de Playstation. El Ghanassy claimt dat hij daar beter is dan Boussoufa.

Boussoufa: “(lacht) Klopt niets van. Ik win altijd van hem. En ook van Nabil Dirar win ik. Nourdine, die is wel goed. Af en toe win ik van hem en af en toe verlies ik. Maar hij heeft dan ook veel tijd om te oefenen.”